Onrustig wiebel ik van mijn ene been op mijn andere. Ik kijk even door de glazen deur en ijsbeer nog even verder. Wachten is soms best een hele klus, vooral als je wacht op een uitslag. Het voelt als in de stoel bij de tandarts liggen. Hij peutert hier iets met zijn haakje, dan in de andere hoek. Gedachten vliegen door je hoofd. “Hij blijft daar wel lang wrikken… is dat een gaatje?” Deze keer lag ik niet in de stoel, maar mijn Fordje Ka stond op de brug bij de Auto-dokter. Ze werd gekeurd…
Op weg naar de keuring herinner ik me de dag dat ik haar kreeg. Ik noem de Ka ‘haar’ omdat ze voelt als een vriendinnetje dat me overal heen brengt. Zes jaar heb ik haar al weer. We hebben samen wat kilometers gemaakt… Vorig jaar stond ze ook op de brug. Toen was er van alles mis met haar. Logisch dat ik dit jaar met iets meer spanning naar de keuring rij, maar ergens in mijn onderbuik zit een gevoel dat het wel goed zal komen met mijn Kaatje.
Hoewel andere weggebruikers er waarschijnlijk een andere mening op nahouden, ben ik toch wel verknocht aan mijn kleine Ka. Ik vind haar dottig, compact en handig. De letters A, P en K dwarrelen door mijn hoofd en ik moet ineens lachen… A-P-(Ford)Kaaaaaaa. Een ritje van 20 minuten naar de garage levert toch al weer wat onzinnige gedachten op 🙂 Ik sta bij de balie en de mevrouw lijkt ingeburgerd in het garagevak. “Ah het Fordje Ka!” Ik moet er om lachen. Ik ben niet mevrouw, maar ik ben ‘het Fordje Ka!’ Het verkleinen van de merknaam zegt eigenlijk ook al genoeg over hoe men over Kaatjes denkt. Ik vind het niet erg. Ik zie haar nog steeds als Ka-dootje en ze mogen lachen, we rijden nog steeds door de dagelijkse jungle van avontuur naar avontuur.
Ik zie de garagehouder met een stok prikken en poeren. Dan drukt hij eindelijk op de knop van de brug. Ik zie hem niets opschrijven… Mijn hoop groeit. Hij opent de deur… “Zo, die is klaar, afmelden maar!” Ik kan mijn vreugde maar amper bedwingen. Jippie! Mijn Kaatje is de door de keuring!
Even later rij ik op de snelweg en met een enorme glimlach. Ik wrijf met mijn duim even langs het stuur. ‘Zo dat hebben we weer gehad Kaatje!’ zeg ik hardop. Het voelt alsof ik de deur van de tandartspraktijk dichttrek na de controle en zonder gaatjes weer huiswaarts keer.
Een uur later sta ik met verlengsnoer en stofzuiger op straat om mijn Kaatje even te verwennen. Dat had ze wel verdiend!